Deze zaterdagmiddag word ik ontvangen door Tygo (18) en zijn moeder Paticia. Er is nog dochter Romeé (21), die Communicatie studeert maar die ik niet onder ogen krijg. Misschien vindt ze me te oud. En gelijk heeft ze, wellicht.
Nadat Tygo en ik aan de picknicktafel gaan zitten, schaart zijn moeder zich kortstondig aan onze zijde. Kort daarop komt vader Eric binnen, na een uitje met de Mechelse herder Boo (3). Als hondenliefhebber ben ik na een paar snuffelbeurten geen persona-non-grata meer.
Tygo worstelt enigszins met zijn toekomstplannen. Na het Stedelijk Lyceum ging hij naar het Deventer Aventus om bedrijfsadministratie te studeren. Dat viel nogal tegen en hem niet alleen. Half januari kapte hij ermee. Momenteel doet hij niets, maar wil binnenkort zich verdiepen in een studie psychologie. Hij vindt dat hij goed met mensen kan omgaan.
Met vier jaar begon hij de Be Quick-mini’s. Zijn vader was de trainer. Van die tijd weet hij niet veel meer, alleen dat het spannend was. Het ging via F4, F1, E1, D1 etc. naar volgende jeugdteams. Het begin van het afgebroken seizoen in JO19 was belabberd; er was sprake van groepjesvorming. En op de training waren er spelers die niet 100% gaven. Het is de verdienste van Jon Zegerius, zo vindt hij, dat de zaak aanmerkelijk verbeterde. Ook Tygo is vol lof over Jon.
Gevraagd naar zijn sterke voetbalpunten is hij duidelijk: hij ziet het spelletje, passing is goed, en zijn techniek. Goede eigenschappen voor een middenvelder.
Als hij het niet redt om toe te treden tot het eerste, dan zal hij uiteindelijk laten zien dat “zij” het niet bij het rechte eind hebben. Hij zal en moet in het eerste komen.
De keren dat hij met het voormalige eerste meetrainde of -voetbalde, was er nauwelijks een klik met sommige spelers. De kliekjesvorming was funest.
Op zaterdag voetballen blijft bij hem favoriet, want stappen op zaterdagvond is met zijn (Be Quick)vrienden toch wel heel erg leuk.
Die Tygo komt er wel. En die fijne hond ook, alleen moet hij nog wat beter luisteren.
Los Boo, los Boo, los Boo, zit Boo, zit Boo... Misschien, eens Frans proberen?
Cees Seevinck